BLOG: Trauma-opvang als vorm van erkenning

De afgelopen weken mocht ik op diverse studiedagen en symposia spreken en workshops verzorgen over ‘trauma-opvang’. Voor de niet-ingewijden: hiermee worden de meestal min of meer geprotocolleerde gesprekken bedoeld kort nadat mensen iets ‘ingrijpends’ hebben meegemaakt. Het moet tenslotte worden verwerkt en langzaam maar zeker ontstaat een overtuiging dat dit ‘verwerken’ niet meer gebeurt zonder een vorm van opvang/begeleiding. Alsof ‘trauma-opvang’ een noodzakelijke voorwaarde is geworden voor een goede verwerking.
BLOG: Trauma-opvang als vorm van erkenning

 

Ondanks dat hierop veel valt af te dingen, lijkt dit toch een algemeen aanvaarde aanname te zijn in onze samenleving. En iedere keer valt mij weer op hoe gevoelig deze discussie ligt en hoe gevoelig hierop wordt gereageerd als kritisch naar deze aanname wordt gekeken. Met name door professionals of getrainde collega’s/ vrijwilligers die deze rol van ‘opvanger’ vervullen. Allemaal kennen ze wel anekdotes die bewijzen dat mensen heel veel steun aan de opvang hebben gehad. Om vervolgens te zeggen of te suggereren dat het dus voor iedereen die iets naars meemaakt goed of zelfs nodig zou zijn. Als ik hierop kritisch reageer, ontvang ik vaak boze blikken. Alsof ik de ernst bagatelliseer van wat mensen mee hebben gemaakt. En laat één ding duidelijk zijn: ik wil niemand z’n problemen bagatelliseren en ben van mening dat iedereen recht heeft op de best beschikbare hulp die er is. Maar niet om het ‘simpele’ feit dat men iets naars heeft meegemaakt, maar omdat er klachten en/of problemen zijn waarbij betrokkene graag hulp wenst. En dat geldt wat mij betreft voor iedere klacht/probleem en voor iedereen ongeacht of men iets ‘naars’ heeft meegemaakt. Ik heb grote bezwaren tegen het feit dat iets naars meemaken tegenwoordig zwaarder weegt in de afweging of hulp gewenst is dan het hebben van (psychische) klachten waar men zelf geen oplossing meer voor ziet. Voor het proces van verwerken is niet direct voor iedereen meer of minder geprofessionaliseerde hulp nodig.  Geef het ‘zelf-herstellend’ vermogen van mensen even de ruimte. Vertrouw daarop tot het tegendeel zich voordoet. Geef bij die kleine minderheid met klachten/problemen van niet-voorbijgaande aard de hulp die nodig is. En hou er rekening mee dat dit per individu kan verschillen.

Obsessie

Vanwaar dan toch met die bijna ‘obsessie’ met ‘trauma-opvang’ voor iedereen die iets meemaakt? Pas in de jaren zestig/zeventig van de vorige eeuw ontstond er brede politieke en maatschappelijke aandacht voor de psychische gevolgen van met name oorlogservaringen. En in de (politieke) debatten hierover werd steeds nadrukkelijker het slachtofferperspectief meegenomen. Pure winst; het was een vorm van erkenning voor de ellende die mensen soms vele jaren later nog ervaarden na ingrijpende gebeurtenissen. Meer aandacht voor de psychische gevolgen van seksueel misbruik, de emancipatie van het ‘gevoel’, de introductie van PTSS (Post Traumatische Stress Stoornis) als officiële psychiatrische diagnose en de toenemende aandacht voor preventie waren in die tijd belangrijke  maatschappelijke ontwikkelingen. Met name psychiaters en psychotherapeuten die mensen met PTSS behandelden hoopten met preventieve interventies (trauma-opvang) voor alle getroffenen PTSS te voorkomen. Trauma-opvang als interventie ter preventie van PTSS. Mooie gedachte. En als het zo zou werken: iedereen blij. Maar helaas de preventieve waarde is nooit bewezen. Maar ‘trauma-opvang’ was als fenomeen niet meer te stoppen. Het werd een vorm van erkenning voor het feit dat men iets ingrijpends had meegemaakt. Het inschakelen van opvang is bewijs geworden dat iets ‘erg’ was; niet krijgen van opvang staat daarmee gelijk aan: het stelt niet zoveel voor. En daar wringt de schoen. Opvang is geen vorm van hulp meer voor specifiek geïdentificeerde  problemen; nee, het is een vorm van (maatschappelijke) erkenning geworden. En als problemen zich blijven voordoen heeft de opvang niet goed gefunctioneerd. Daarmee zijn alle andere zaken die - bij nare gebeurtenissen - ons welbevinden beïnvloeden tot onbeduidend gereduceerd. Maar dat niet alleen; het begint een diep geworteld ‘geloof’ te worden dat we zonder hulp niet meer in staat zijn om met nare gebeurtenissen om te gaan; dat ‘trauma-opvang’ een noodzakelijke voorwaarde is voor een goede verwerking.

De fanatieke ‘believers’ bespelen dit maatschappelijke sentiment en neigen ertoe het niet krijgen van opvang gelijk te stellen aan het in de steek laten van slachtoffers. Daarmee spelen ze een sterke troef en is een (kritisch) debat bijna onmogelijk geworden. Toch maar doen?!      

 

Peter van Loon Is sinds 2011 zelfstandig adviseur/opleider/hulpverlener op het terrein van Crisis Stress & Trauma. Na bijna 30 jaar in diverse functies binnen de GGZ te hebben gewerkt, maakte hij in 2000 de overstap naar het Instituut voor Psychotrauma (IvP). Van daaruit was hij betrokken bij grote rampen en vele (bedrijfs) calamiteiten. Zoals de vuurwerkramp in Enschede (2000), de cafébrand in Volendam (2001), diverse dierziektecrises, aardbevingen in Pakistan, Haïti en Nepal, maar ook (dodelijke)bedrijfsongevallen, suïcides op de werkplek, agressie en geweld op het werk etc.   Hij heeft van zeer nabij de recente ontwikkeling rondom het begrip ‘trauma’ meegemaakt en hieraan ook meerdere kritische bijdragen geleverd.  Meer informatie over onze bloggers vindt u HIER.



Naar homepage



Relevante categorieën:



Nooit meer burn-out

Ontwerp voor digitale transformaties van (zorg)organisaties

De patient terug van weggeweest