Promotie: Hoe artsen in opleiding beter kunnen leren voorschrijven

Een bijzondere promotie aan VUmc. Jelle Tichelaar, opleidingscoördinator van de sectie farmacotherapie, en tevens hoofd van RECIPE (Research & Expertise Center In Pharmacotherapy Education) deed onderzoek naar de vraag hoe aankomende artsen in hun opleiding beter kunnen leren hoe geneesmiddelen voorgeschreven moeten worden. (Making better prescribers during a context-based pharmacotherapy learning programme).
Promotie: Hoe artsen in opleiding beter kunnen leren voorschrijven

 

Na de 6-jarige opleiding geneeskunde is een arts in spé basisarts. Studenten hebben geleerd om een diagnose te stellen en een behandeling te geven. Het is belangrijk dat net afgestudeerde artsen dit kunnen. Veel consulten eindigen immers met een recept. Net afgestudeerde artsen schrijven veel voor, en hierbij worden veel fouten gemaakt.  7-10% van de recepten bevat een fout[ bron: diverse internationale studies] en 5,6% van de opnames in een ziekenhuis is te wijten aan medicatiefouten. [HARM-Wrestling rapport]. De kosten hiervan lopen op tot €85 miljoen per jaar. De cijfers over het aantal mogelijke doden per jaar door deze fouten lopen uiteen. Geschat wordt dat het mogelijk 1250 doden per jaar zijn, maar deze cijfers zijn niet geverifieerd.

Hoe kunnen artsen in opleiding beter worden voorbereid op hun taak als voorschrijver? Volgens het onderzoek van Jelle Tichelaar is de overgang van co-assistent naar arts-assistent te groot. Maar liefst 68% van de jonge artsen voelt zich niet competent. Deze groep geeft aan meer farmacotherapieonderwijs te willen. Tichelaar gebruikt hiervoor de metafoor van een kruk. Op een krukje zitten en meekijken naar hoe de opleider het doet, zorgt niet voor goede voorschrijfvaardigheden. Deze complexe vaardigheid moet actief getraind worden.

Volgens de promovendus is het voorschrijven van een geneesmiddel zo ingewikkeld omdat de richtlijnen ziektegericht zijn. Ziekte A wordt bijvoorbeeld met medicijn B behandeld. Maar veel patiënten hebben comorbiditeiten zoals slechte nierfunctie, hartfalen en maken gebruik van polyfarmacie. Farmacotherapie is in tegenstelling tot richtlijnen patiëntgericht. Een patiënt met ziekte A krijgt volgens de richtlijn misschien medicijn B, maar op grond van farmacotherapeutisch redeneren medicijn C.

Volgens Tichelaar dragen diverse factoren bij aan de medicatiekeuzes van artsen en co-assistenten: uiteraard zijn dit de richtlijnen en onderzoeken gepubliceerd in Pubmed. Maar artsen in opleiding blijken ook in grote mate het voorschrijfgedrag van hun opleiders te kopiëren. Daarom is het heel erg belangrijk dat co-assistenten en artsen in opleiding ‘context leren’, oftewel leren in een situatie die zoveel mogelijk lijkt op de latere beroepsuitoefening. Dit kan bijvoorbeeld in een trainingssituatie met een studentbeoordelaar, een studentarts en een studentpatiënt. Het leereffect hiervan is: er wordt beter voorgeschreven, het heeft effect op de lange termijn en er is een transfereffect (met andere woorden:  ze kunnen het ook toepassen in nieuwe niet getrainde situaties).

Opvallend is ook een onderzoekje naar drie behandelplannen. Behandelplan 1 werd niet uitgevoerd. Behandelplan 2 werd wel bij de patiënt uitgevoerd en behandelplan 3 werd uitgevoerd tijdens een echt consult met een echte patiënt. Het bleek dat de studenten die behandelplan 3 uitvoerden, veel beter voorschreven dan de groepen 1 en 2.

Farmacotherapie tijdens de coschappen kan dus het best getraind worden in een zo realistisch mogelijke setting met echte verantwoordelijkheid voor patiëntenzorg. Als dat niet lukt, zorg dan op zijn minst voor gevoel van verantwoordelijkheid voor patiëntenzorg. Bedenkingen vooraf hierbij waren: is dat wel veilig? Kunnen studenten dat wel? En is het organisatorisch mogelijk? Het antwoord hierop is volgens Tichelaar eenduidig ‘ja!’. Studenten stoppen met het kopiëren van het voorschrijfgedrag van hun opleider en leren de argumentatie achter een medicatiekeuze uit te leggen. 

Conclusie; om goede voorschrijvers te worden moet er getraind worden in de echte praktijk en met verantwoordelijkheid voor patiëntenzorg. Dit kan bijvoorbeeld in een zogenaamde studentenpoli waar Vumc al mee experimenteert.
Voor meer informatie: recipe www.recipe-vumc.nl of j.tichelaar@vumc.nl

Het proefschrift is HIER te downloaden.

 

 



Naar homepage



Relevante categorieën:



Nooit meer burn-out

Ontwerp voor digitale transformaties van (zorg)organisaties

De patient terug van weggeweest