Avond-, nacht- of noodklok?

Omdat het virus van geen wijken weet (hoe zou dat toch komen?) en Britse toestanden in aantocht zijn, stelt het demissionaire kabinet, nu het arsenaal aan andere maatregelen ongeveer uitgeput is, een avondklok voor tussen 20.30 en 04.30 u. Het voorstel was recent onderwerp van een beschamend debat in de Tweede Kamer.
Avond-, nacht- of noodklok?

Enkele voorbeelden van argumenten die werden gepresenteerd:

Marijnissen: de avondklok pakt mensen de mogelijkheid af om te sporten. Geef ze wat meer ruimte. Dit vinden ook Klaver en Jetten. (Lilian schiet nog even een voor dit debat volstrekt irrelevante zijpad in: dat van de CAO voor politiemensen).

Van Haga vreest toename van depressies, zelfmoorden en kindermishandeling (en dat vanwege een virus dat volgens hem eigenlijk helemaal geen probleem vormt, zelfs de Britse niet; een R van 1.3 vindt hij ook een laag getal. Wereldvreemd).

Wilders vindt de maatregel buitenproportioneel, zoals hij alle activiteiten van het kabinet onder-, boven- of buitenproportioneel vindt. Dit doet vermoeden dat hij het virus wel proportioneel vindt. Een ‘winst’ van 8 tot 13% minder besmettingen door de avondklok vindt hij marginaal.

Ploumen wil, als startende lijsttrekker, een inhoudelijk debat. Interessant natuurlijk. Alleen zou het handig zijn als dat is afgerond voordat iedereen gevaccineerd is.

Jetten, Marijnissen en Klaver vragen zich af waarom een avondklok niet láter ingaat.

Klaver wil bovendien weten wat het effect ervan is.

 

Eerst even dat laatste. Na 10 maanden virus weten we wel zo ongeveer dat effecten van maatregelen zich niet laten voorspellen. Maar met naderende verkiezingen klinkt het wel ferm om daar toch eens even naar te vragen. Klaver ruikt bloed want het kabinet, demissionair of niet, zit sowieso klem tegenover deze Tweede Kamer:

Vooraf krijgt het kabinet kritiek omdat het de ontwikkeling van het virus en de effecten van maatregelen niet kan voorspellen, het krijgt kritiek als toch maatregelen worden genomen (‘buitenproportioneel’; ‘broddelwerk’) en achteraf krijg het kritiek omdat de maatregelen niet ver genoeg gingen. Politiek scoren – het bestrijden van het kabinet – is belangrijker geworden dan de bestrijding van het virus.

 

Terug naar de avondklok.

Jetten, Marijnissen en Klaver pleiten voor een avondklok-light: neem de maatregel zó dat mensen er geen last van hebben, dat ze kunnen blijven sporten, dat ze op bezoek kunnen blijven gaan, dat ze bezoek kunnen blijven ontvangen en dat ze de maatregelen kunnen blijven omzeilen. Zo kunnen we het virus nog een extra duwtje in de rug geven. Avondklok: prima, maar dan voor zo weinig mogelijk uren. We wachten met de starttijd tot vrijwel iedereen in bed ligt en we staan uitzonderingen toe voor de rest. Dan hebben we onze avondklok en kunnen we, speciaal voor Klaver, voorspellen wat het effect zal zijn: nihil.

 

Ploumen wilde vandaag van het kabinet weten waarom een avondklok nodig is. Misschien had ze, voordat ze deze vraag stelde, even een ziekenhuis in kunnen lopen, misschien had ze eens neer de ontwikkeling van de besmettingscijfers kunnen kijken en misschien had ze zich af kunnen vragen waarom een deel van de bevolking de al genomen maatregelen negeert of zelfs saboteert. In dit stadium van de crisis is de waarom-vraag naïef.

 

Bij al deze opmerkingen, vragen en kritiek blijft één vraag over: weten de Kamerleden nog steeds dat dit een debat is in een crisis die kan ontploffen? Waarom geen debat over wat nog gedaan kan worden? Waarom mondt een discussie over maatregelen steeds weer uit in een discussie over uitzonderingen. Waarom gaat de handhaving van maatregelen steeds gepaard met de relativering daarvan (‘het is niet de bedoeling mensen te beboeten’; we handhaven natuurlijk alleen bij excessen’)?

 

Uiteraard is een avondklok niet plezierig maar invoering ervan is wel nodig. Een geschat effect van 8 tot 13% lijkt de moeite waard. Bovendien: baat het niet het schaadt ook niet (echt). Is het een ‘dictatoriale maatregel’? Nee, het is een niet politiek geïnspireerde noodmaatregel waar, uiteindelijk, niemand om vraagt. Hebben we er last van? Zeer beperkt. Mensen hebben zo’n 16 uur per dag géén avondklok. Van de 8 uren die overblijven, wordt 6 tot 7 uur aan slapen besteed. Voor velen is tv-kijken de primaire avondbestemming. Wie persé wil sporten en dat alleen later op de avond kan doen, kan de tijd van de nachtrust wat aanpassen. Na 04.30 u. is er ruim tijd voor, voordat andere verplichtingen zich aandienen. We hebben het dus over een beperking van hooguit een paar uur per dag, die bovendien waarschijnlijk niet langer dan weken gaat duren. Het verlies van tijd van de avondklok zal, hoogstwaarschijnlijk, ruimschoots gecompenseerd worden door de tijdwinst van de kortere lockdown en minder verspreiding van het virus. 

 

Maar in plaats van een crisis-waardig debat te voeren, vervallen Tweede Kamerleden in verkiezingsretoriek, over de rug van zieke mensen en met dedain ten opzichte van de dreiging van de pandemie. Wilders ‘snapt niet dat Rutte mensen verbiedt om naar buiten te gaan’ (zou hij ook niet snappen dat het uiteindelijk om bescherming gaat? Bovendien, wie zou anders een dwingende maatregel moeten nemen?). Marijnissen wil, opportunistisch gebruikmakend van het moment, salarisverhoging voor de politie (uh, ging het daar dan over?). Jetten betreurt het dat mensen elkaar ’s-avonds niet kunnen ontmoeten! Ja, dat is betreurenswaardig. Misschien is het hem ontgaan, maar de maatregelen zijn sowieso niet bedoeld als pretpakket.

 

Conclusie: het TweedeKamer-debat was buitenproportioneel. Als we de R-factor ook eens toepassen op klachten over het corona-beleid, dan is de score zorgwekkend: er gaat geen tv-praatprogramma voorbij of er wordt steen en been geklaagd over de effecten van de crisis, het beleid, de onduidelijkheid, de maatregelen, de uitvoering, de handhaving, de communicatie, etc. etc. De effecten zijn ernstig, niemand heeft erom gevraagd, maar het gaat, uiteindelijk, om de vraag hoe we ermee om gaan, ook mentaal. Klagen is zinloos en nutteloos als het niet gepaard gaat met een constructieve opstelling. Dit geldt ook voor Tweede Kamerleden. We hopen dat de Kamer de komende maanden minder irritant en meer constructief gaat functioneren. De crisis is nu even belangrijker dan de verkiezingen.

 

Theo Poiesz

Jo Caris

 

 



Naar homepage




Nooit meer burn-out

Ontwerp voor digitale transformaties van (zorg)organisaties

De patient terug van weggeweest