Burn-out wordt steeds meer een belangrijk thema in zowel de werksituatie als in het privé leven. Wat opvalt is dat de meeste literatuur gericht is op het herstel na een burn-out. Het lijkt echter logischer je werkomstandigheden en je leven zo in te richten dat de kans op een burn-out vrijwel nihil is. Aart Eliens, Arjen Jeninga en Harry Woldendorp hebben de verbetering van de werksituatie uitgewerkt in hun boek 'Interventies voor Goed Werk'. De casuïstiek komt uit de gezondheidszorg. Ons model is toepasbaar in ieder domein van werken. Goed werk kent zes dimensies, in dit artikel licht Harry Woldendorp de dimensie 'Betekenis' toe.
Guus van Monfort beschrijft in deze brochure de tijdlijn van de integratie van de (vrijgevestigde) medisch specialisten in de ziekenhuis organisatie. In dit hoofdstuk schrijft hij zijn algemene conclusie en aanbevelingen.
We leven tegenwoordig langer, maar het aantal jaren dat in goede gezondheid wordt geleefd is significant lager bij Nederlanders met een laag inkomen en een praktische opleiding. Hoe kunnen we bouwen aan de volksgezondheid, met als doel meer gezonde jaren voor iedereen?
Kom naar het congres Huiselijk Geweld op 21 november. Tijdens het congres met het thema Schokdempers, staan de school, wijk en zorg centraal in het voorkomen, signaleren en het zoveel mogelijk beperken van de schade die wordt aangericht bij huiselijk geweld. Ook bij gezinnen waar het alsmaar onveilig blijft, kunnen deze schokdempers het verschil maken.
Zojuist verschenen van Guus van Montfort: een nieuwe compacte publicatie over het thema van de integratie van medisch specialisten in de reguliere werkorganisatie.
Zorgprofessionals Aart Eliens, Arjen Jeninga en Harry Woldendorp hebben hun kennis en ervaring gebundeld in het boek
Interventies voor Goed Werk. Veel literatuur over burn-out problematiek is gericht op de herstel van het individu met een burn-out. Dit boek legt de aandacht op hoe je je organisatie anders kan inrichten om burn-outproblematiek zoveel mogelijk te voorkomen.
Een recent onderzoek van de Columbia University School of Nursing, gepubliceerd in het Journal of the American Medical Informatics Association, heeft het potentieel van kunstmatige intelligentie (AI) onderzocht bij het maken van gedetailleerde zorgplannen voor verpleegkuindigen. Deze innovatie komt op een kritiek moment waarop de eisen aan verpleegkundigen hoger zijn dan ooit en de behoefte aan hoogwaardige patiëntenzorg van het grootste belang is.
In de afgelopen twee jaar is Ozempic een populair middel geworden voor gewichtsverlies. Maar dit en soortgelijke medicijnen, zoals Wegovy, Mounjaro en Zepbound, zijn meer dan alleen hulpmiddelen voor gewichtsverlies.
De medische technologie maakt een baanbrekende sprong met de introductie van de PillBot, een inslikbare robot die nu klinische tests ondergaat en zich voorbereidt op een beoordeling door de Amerikaanse gezondheidsdienst en een commerciële lancering. Dit apparaat is ontworpen om gastro-intestinale onderzoeken te stroomlijnen en te verbeteren, en om interne gezondheidsgegevens efficiënter te verzamelen.
In de zorg neemt digitalisering toe: het Elektronisch Patiëntendossier (EPD), de teleconsulten en patiëntenportals van ziekenhuizen zijn daar voorbeelden van. Prof. Guus Schoonman, die de bijzondere leerstoel Digitale Communicatie in de Klinische Praktijk aanvaardt, bepleit een grotere rol daarin van de patiënt: zo zou hij/zij in staat moeten worden gesteld zelf aanvullingen te doen in zijn dossier. Verder moet er beter worden gekeken naar hoe de gevolgen van digitalisering uitpakken voor de zorgverlener, die meer digitalisering als een keurslijf en tijdbelasting kan ervaren. Dat stelt Schoonman in zijn oratie.
Zorgprofessionals hebben vaak te maken met wisselende diensten, emotionele belasting van het omgaan met patiënten in kritieke toestand en hoge werkdruk door o.a. personeelstekorten. Werknemers zijn hierdoor vaker (emotioneel) moe, gestrest en kunnen minder bekwaam worden in het uitvoeren van hun zorgtaken. Komt het omdat ze gewoon toe zijn aan vakantie of zijn dit de eerste kenmerken van een burn-out?
In de huidige Woningwet staat dat een woonvisie verplicht is. Centraal bij de visie wonen met zorg staat de opgave om te zorgen voor voldoende en geschikte woningen op de juiste plek, met de mogelijkheid van voldoende zorg en ondersteuning. Daarnaast gaat het om een passend aanbod voor inwoners die langer thuis willen of moeten wonen in een 'gewone' woning.
Overheid en verzekeraars zouden niet op microniveau moeten sturen, maar vanuit vertrouwen in de werkvloer. Dat stelt Guus van Montfort, hoogleraar ‘Zorg, economie en medische Technologie’. Hij is al vijftig jaar bestuurlijk en wetenschappelijk actief in de zorgsector. In publicaties als ‘De zorg is van de patiënten en de zorgprofessionals!’ (2022) en ‘Beeld en werkelijkheid!’ (2023) constateert hij dat veel in de zorg ‘niet is wat het lijkt’ en stelt hij een Tienpuntenplan voor om kosten te besparen. Van Montfort licht zijn voorstellen toe en schetst terloops hoe zijn denken over de gezondheidszorg tijdens zijn lange loopbaan veranderde. 'Juist op de werkvloer ontstaat de meeste innovatie.'
Obesitas bij kinderen is een groeiend gezondheidsprobleem. Het Europese project "EndObesity" streeft naar innovatieve strategieën voor preventie. Dr. Romy Gaillard, kinderarts en EndObesity projectleider van het Erasmus Universitair Medisch Centrum, deelt in een exclusief interview inzichten over het project.
De ontevreden baby is een revolutionaire, nieuwe benadering om voor je baby te zorgen. De eerste maanden na de geboorte van een baby kunnen uitputtend zijn en pogingen om tot snelle oplossingen te komen, zijn vaak een deel van het probleem.
Geringe aantal beoordelingen van patiënten over hun zorgaanbieder of arts biedt nauwelijks keuze-informatie voor andere patiënten (Transparantiemonitor 2023).
Een ruime meerderheid van de zorggebruikers gaf in 2023 geen beoordeling over hun zorgaanbieder of arts. Transparantie over ervaringen van patiënten met zorgaanbieders en zorgverleners ondersteunt andere zorggebruikers in het maken van een goed overwogen keuze voor een behandeling of zorgaanbieder.
Demissionair minister Conny Helder (VWS) heeft vandaag op een bijeenkomst bij Zorggroep Charim de Eindrapportage ‘Waardigheid en trots op locatie 2018 – 2023’ ontvangen. Verpleeghuisorganisaties hebben met ondersteuning van dit programma de afgelopen vijf jaar de kwaliteit van zorg significant verbeterd.
Hoe leidinggeven niet moet en niet mag, hebben we uit-en-te-na kunnen lezen en horen de laatste tijd. Over de recente affaires en de manier waarop we daar in onze samenleving mee omgaan, valt veel te zeggen. Een verantwoordelijke die een medewerker ter verantwoording roept, kan zomaar ten prooi vallen aan een klachtenprocedure met beschadigende afloop.
En een verantwoordelijke die zich niet weet te gedragen, gaat terecht voor de bijl. Dat heeft weinig te maken met ‘adeldom’ of ‘hoge bomen’. Iedere sector, zo ook de gezondheidszorg, heeft daarin ook nog zijn bijzonderheden.
In Nederland worden behandelplannen voor patiënten veelal besproken binnen medische multidisciplinaire teams, waar collectief behandeladviezen worden geformuleerd. Deze teams zouden erbij gebaat zijn meer tijd te nemen voor het bespreken van de achtergrondinformatie en problematiek van de patiënten, de zogenoemde initiële exploratiefase. Dit leidt tot meer focus in gesprekken en snellere besluitvorming. Hiermee kan de werkdruk onder medisch specialisten verminderen, evenals de kosten die met deze overleggen gepaard gaan. Dat blijkt uit prijswinnend nieuw onderzoek van organisatiepsycholoog Margo Janssens.
Een zorgbestuurder die schrijft en reflecteert op het vak van bestuurder dan wel de kunst van het besturen, is een hachelijke onderneming. Niet zelden wordt het een ‘management goeroe boek’ en is de eigen ervaring en het eigen gelijk leidend. Leuk om door te bladeren om het daarna weer snel weg te leggen. Dat geldt niet voor dit boek, schrijft Pauline Meurs in het boek 'Bestuurskunst'.
Wat prachtig om de geschiedenis te lezen van de zorgcoöperatie in Austerlitz. Als je in vogelvlucht door het boek gaat, vallen er een aantal dingen op. Allereerst, wat goed dat zoveel mensen tijd en energie hebben gestoken in iets dat kennelijk diep doorvoeld werd in het dorp. Je ziet ook meteen de keerzijde. Waarom heeft het zoveel tijd en moeite gekost om iets te doen waar in alle redelijkheid niemand tegen kan zijn
Wanneer je moeder borstkanker krijgt, schrik je heel erg. Je weet niet wat er allemaal gaat gebeuren. Zelfs volwassenen hebben soms geen idee. Moet je gelijk naar het ziekenhuis als je borstkanker hebt? Wat voor onderzoeken komen er? Hoe komt het dat je kanker krijgt? Wat kunnen de artsen doen? En wat gebeurt er als je moeder niet meer beter wordt? In deze herziene vierde druk is een extra hoofdstuk toegevoegd: 'Als je moeder niet meer beter wordt'.
Waarom taakherschikking?
Door deze vergrijzing en het feit dat de kans op het ontwikkelen van een chronische ziekte groter wordt met het toenemen van de leeftijd, is het de verwachting dat het aantal ouderen met een chronische ziekte en multimorbiditeit zal toenemen. Het is niet moeilijk te constateren dat door de tekorten op de arbeidsmarkt dit een groeiend probleem gaat opleveren. Een route om hiermee om te gaan is introductie van digitale technologieën. Een andere route is de zorg bij andere professionele domeinen onder te brengen.
Belang communicatie
Het Integraal Zorgakkoord (IZA) is gericht op het zo lang mogelijk zelfstandig thuis blijven wonen waardoor zorg wordt verplaats van ziekenhuizen en langdurige zorginstellingen naar de wijk. Door deze hervormingen en het groeiend aantal ouderen, neemt de druk op de eerstelijnszorg om passende zorg te leveren toe.
Conflicterende paradigma’s
De verpleegkundige context kent twee paradigma’s: enerzijds gaat het om kostenefficiëntie en verantwoordelijkheid en anderzijds om verpleegkundige zorg die is gebaseerd op de behoeften en voorkeuren van de patiënt. De twee paradigma’s in de goede balans houden vergt een nieuwe vorm van leiderschap.
Bijna 44 procent van de werknemers in de sector zorg en welzijn ervaart een hoge tot zeer hoge werkdruk. De werkdruk loopt bovendien op, constateren zowel werknemers als werkgevers in de zorg. Wat kun je als behandelaar doen wanneer iemand de dupe is geworden van werkdruk, stijl van leidinggeven en/of eigen perfectionisme?