BLOG: Voorbije tijd

Ik realiseer me dat ik ben opgeleid in een tijd die echt voorbij is. Het was een tijd waarin mijn opleider zijn eigen opvattingen had over zaken waar zijn leerlingen vaardig in moesten zijn. Zo werden bijvoorbeeld alle urinesedimenten en bloeduitstrijkjes door ons zelf beoordeeld. Bij een volledig lichamelijk onderzoek hoorde standaard een rectaal en, indien mogelijk, een vaginaal toucher, ook al was de diagnose galstenen duidelijk. In al die jaren heb ik nog nooit onverwachte pathologie gevonden bij deze vorm van penetrerend geneeskundig onderzoek.
BLOG: Voorbije tijd

 

Het was er in gedrild dat je nooit iemand doorverwees zonder eerst zelf onderzoek te hebben gedaan. Maar in het ziekenhuis waar ik kwam te werken werd mij al snel ingefluisterd dat de mensen het vreemd vonden dat er als ze voor hun longen kwamen tot slot van het onderzoek een vinger in hun aars verdween. Het kostte mij veel moeite me aan deze verwachtingen aan te passen. Lang voelde ik me ontrouw aan de school van mijn opleider. Zorgvuldigheid en compleetheid behoorden immers tot de hoogste waarden, naast de hoogmoedige overtuiging dat wij alles konden wat een ander deed. Misschien nog net niet het mes hanteren, maar we wilden wel graag adviseren wat voor soort operatie er moest gebeuren. Zo vroeg het werken in een perifeer ziekenhuis zijn specifieke aanpassingen.

Op een morgen liep ik visite en de patiënt zei: ‘Dokter, nu ik hier toch ben, kunt u dan ook naar mijn plassen kijken? Het duurt zo lang voor het komt en de straal is niet meer wat het is geweest.’ Dit leek me een klassiek geval van prostatisme. Waar ik vroeger onmiddellijk de handschoen en vaseline zou hebben gepakt om de omvang van de prostaat zelf te bepalen, wist ik me nu te beheersen. ‘Ik zal een verwijzing voor de uroloog schrijven, want ik denk dat het iets met uw prostaat zal zijn’, antwoordde ik. In die tijd verwees je nog rechtstreeks naar elkaar, zonder terugverwijzing naar de huisarts!

Die middag belde de uroloog op met de vraag of ik de patiënt zelf had onderzocht. Moest ik nu zeggen dat dit net de eerste patiënt was bij wie ik dat niet had gedaan? ‘Het wordt toch niet op prijs gesteld als ik me op jullie terrein begeef?’, verdedigde ik me, maar ik vermoedde al dat er meer aan de hand was. ‘Nou, als je zijn broek had laten zakken dan had je een prachtig peniscarcinoom gezien, zo groot als een mandarijn’, kirde hij triomfantelijk. Hoe verscheurd kun je je voelen door het loslaten van oude gewoonten en het aanpassen aan de heersende mores, als je dit soort dingen hoort.

Natuurlijk ben ik die middag nog zelf gaan kijken. In al die dertig jaar heb ik twee keer een peniscarcinoom gezien. Maar het touché heb ik als longarts toch maar aan anderen overgelaten.

 

Bert Baas is longarts en coach / supervisor voor medici.
HIER vindt u meer informatie over onze bloggers.
Rechtstreeks contact opnemen met de auteur kan HIER.
(Werkt dit niet, dan is uw mailprogramma hier niet voor ingesteld. Dan kunt u hieronder met het formulier een reactie achterlaten.)



Naar homepage



Relevante categorieën:



Nooit meer burn-out

Ontwerp voor digitale transformaties van (zorg)organisaties

De patient terug van weggeweest