De zorg arbeidsmarkt als ‘wicked problem’

Geen duidelijke interventies

Wicked problems zijn taaie vraagstukken, die moeilijk oplosbaar zijn. De vraagstukken laten zich slecht structureren en beheersen. Niemand weet precies welke interventies effectief zijn. Complexiteit kan daarom niet (eenvoudig) gereduceerd worden maar wordt hanteerbaar gemaakt. Kijk wat wel of niet werkt en pas daar weer vervolgactiviteiten op aan.

De zorg arbeidsmarkt als ‘wicked problem’


Wicked problemen komen veel in netwerkstructuren voor waar veel partijen bij betrokken zijn met verschillende perspectieven en doelstellingen. Ik neem als voorbeeld de arbeidsmarkt in de Nederlandse gezondheidszorg. Hoe los je het probleem op van groeiende schaarste als de instroom onvoldoende groeit en de impact van technologie niet altijd duidelijk is?

Grote vraagstukken

Werkgevers in de zorg gaven eind 2019 aan dat gemiddeld zeven op de tien openstaande vacatures moeilijk vervulbaar waren (CBS). Wat zijn de grote vraagstukken?

Het aantal oudere patiënten groeit en de zorgmedewerkers zelf vergrijzen eveneens. Dankzij de vergrijzende bevolking neemt de zorgvraag toe, onder andere door chronische ziekten en co-morbiditeit. Begin 2010 was 15 procent van de werknemers 55 jaar of ouder, begin 2020 was dit al 24 procent. Vooral in de VVT is het aandeel van 55-plussers groot, met 29 procent (CBS).

Om goede zorg te kunnen leveren worden uiteraard opleidingseisen gesteld.  De vraag is hoe flexibel daarmee omgegaan kan worden. Naast opleidingseisen kun je immers ook denken aan de competenties en werkervaring van zorgprofessionals.

Veel zorgprofessionals ervaren de werkdruk als te hoog. Het huidige hoge ziekteverzuim (mede als gevolg van COVID-19) vergroot die werkdruk verder. Voor jonge zorgprofessionals ontbreekt de ruimte voor goede begeleiding wat weer tot snelle uitstroom leidt.

Die uitstroom wordt veroorzaakt door onder meer de manier van werken en aansturing, uitdaging, loopbaanmogelijkheden, arbeidsvoorwaarden (zoals salaris en weinig flexibele contracten), maar ook het gevoel dat professionele regelruimte ontbreekt.

Hoewel de instroom hoog is, is deze weer onvoldoende om de hiervoor genoemde problematiek op te vangen.  In het studiejaar 2019/2020 startten 140.000 studenten (CBS-cijfers) aan een zorg- of welzijnsopleiding op mbo-, hbo- of wo-niveau.

Wat gaan we doen?

De traditionele antwoorden bieden weinig oplossingsrichtingen: meer geld (voor wat?); terugdringen van flexcapaciteit en ondernemerschap (zzp’ers): zorgprofessionals in loondienst;  beleidsvisie gericht op technologie (zonder financiële randvoorwaarden). Je zou zeggen dat duidelijk is dat deze 20e eeuwse benadering voor het arbeidsmarktvraagstuk het wicked karakter van die arbeidsmarkt niet gaat oplossen.

Nodig is een nieuwe manier van kijken met een nieuwe invulling van begrippen als zorg, gezondheid en welzijn zoals bijvoorbeeld is uitgewerkt  ‘Ouder Worden 2040’. In het huidige jargon: we hebben een nieuw ecosysteem nodig, waarbij alle partijen (brancheverenigingen, patiëntenorganisaties, zorgaanbieders, zorgprofessionals, zorgverzekeraars, bedrijfsleven en overheid) betrokken zijn, geen blokkades opwerpen en open staan voor een fundamentele vernieuwing. Technologische en sociale innovatie vinden gelijktijdig plaats.

 

Literatuur

Ouder worden 2040. Een transformatieagenda voor een ouder wordende samenleving. (2022). Utrecht: BeBright

Vermaak, H. (2009). Plezier beleven aan taaie vraagstukken. Werkingsmechanismen van vernieuwing en weerbarstigheid. Deventer: Kluwer

Woldendorp, H. (2021). Technologische en sociale innovatie in de ouderenzorg. De impact van COVID-19. Amsterdam: SWP



Naar homepage




Nooit meer burn-out

Ontwerp voor digitale transformaties van (zorg)organisaties

De patient terug van weggeweest