Een migranten- en vrouwenquota, goedbedoeld (?) maar toch feodaal.

Meerdere politieke partijen willen een quotum instellen voor het aantal vrouwen en het aantal migranten op hun verkiezingslijst, voor de Tweede Kamer en het (toekomstige) Kabinet. Er is veel voor te zeggen om de overheid zoveel mogelijk uit een evenredige vertegenwoordiging van zoveel mogelijk kiezersgroeperingen te laten bestaan. Het leidt tot herkenning en vertrouwen. Een quotum klinkt emanciperend en progressief, maar waar is het op gebaseerd en wat is het effect?
Een migranten- en vrouwenquota, goedbedoeld (?) maar toch feodaal.

.

De ongelijkheid van groeperingen, zoals vrouwen en migranten, is gebaseerd op verschillen in status, invloed en dus macht die overwegend historisch bepaald zijn. Wanneer mannen nu over vrouwen beslissen dat ze gelijk zijn, dan suggereert dit dat vrouwen het, per definitie, niet zijn. Als vrouwen gelijk zijn, dan claimen ze die gelijke positie, met of zonder toestemming. Hetzelfde geldt voor migranten ten opzichte van autochtonen. 

De intentie quota in te stellen geeft dus een tegenstrijdig signaal af. Enerzijds biedt het ruimte aan anderen, anderzijds beperkt het die anderen en benadrukt daarmee hun eenzijdige afhankelijkheid.

Het is net zoiets als: “Ik eis dat je nu spontaan je excuses aanbiedt”. Of: “Neem nu eens zelfstandig een beslissing”. Of: “De minister-president moet meer leiderschap tonen”. Op het moment dat de minister-president meer leiderschap zou gaan tonen, is hij de volger van iemand die een opdracht geeft (de leider) en toont hij dus geen leiderschap.

Dergelijke opmerkingen spreken zichzelf tegen omdat het volgen van de opmerking strijdig is met de inhoud ervan. Dit geldt ook voor het instellen van een quotum. Machtsongelijkheid wordt nooit opgeheven door toestemming van de meer machtigen. Het opheffen van machtsongelijkheid wordt opgeëist en verworven door de minder machtigen. Dat geldt voor gelijkwaardigheid ongeacht afkomst, ras, geaardheid of religie. Emancipatie wordt afgedwongen en niet welwillend gegund. Als het gegund wordt, blijft het een recht van de meer machtigen die met bescheiden gunsten de minder machtigen ’tevreden’ houdt. In dat opzicht is een quotum ook beledigend.

We kennen het quotum in de agrarische sector (een mestquotum) en in de visserij (een vangstquotum). Dáár hoort het thuis. Een quotum is een gemakkelijk excuus maar houdt ongelijkwaardigheid in stand want het is de machthebber die de ‘mindere’ ook iets toeschuift.

Wat dan wél?

Zorg dat iedereen voldoende mogelijkheden krijgt voor onderwijs (voor vrouwen is dat al ruimschoots bereikt), laat dat zeker ook gelden voor mensen met een migratieachtergrond. Richt de wetgeving helder in met het verbod op ‘discriminatie” (voor een belangrijk deel is dat gebeurd). De achtergestelde groeperingen kunnen zelf hun mogelijkheden creëren en benutten voor de hogere en topposities. Het helpt als zij voorbeelden uitventen zoals Arib, Aboutaleb en vrouwen in de top van het bedrijfsleven. Mensen zoeken of maken hun kansen wel als ze daartoe de ambitie en de capaciteiten hebben. In andere gevallen (bij gebrek aan capaciteit en/of motivatie) werkt gunnen ook averechts omdat het een ongefundeerde bevestiging oplevert: “Zie je wel dat het niet lukt?”

Mensen zijn geen mest of haringen. Ze bepalen zelf wel wat ze willen en wanneer en hoe ze dat willen bereiken.

 

Jo Caris en Theo Poiesz

 

 



Naar homepage




Reacties op dit artikel:

Er zijn nog geen reacties geplaatst

Uw reactie, mening:

Vul het volgende veld niet in:
Naam:
Email:
Bericht:
Om spam tegen te gaan dient u het onderstaande hokje aan te vinken en moet u mogelijk een vraag beantwoorden.

Uw reactie is niet anoniem. Uw IP adres zal worden opgeslagen.



Nooit meer burn-out

Ontwerp voor digitale transformaties van (zorg)organisaties

De patient terug van weggeweest