Help, onze weerstand gaat eraan!

Reactie op een artikel van Timmers en Baard, Brabants Dagblad Nieuws, 16-05-2020: ‘Twentse artsen: ‘1,5 metersamenleving tast onze weerstand juist aan’.


In de beginperiode van de Coronacrisis werd de Nederlandse bevolking ondersteund door deskundige informatie van medisch specialisten (virologen, epidemiologen, anesthesiologen en intensivisten). Hun zinvolle voorlichting werd regelmatig ernstig verstoord door leken: BN-ers die, niet gehinderd door enige kennis van zaken, graag ook hun mening op tv wilden slijten.

Help, onze weerstand gaat eraan!

 

Nu het tij in de crisis langzaam lijkt te keren, gebeurt het omgekeerde: medisch specialisten die hun mening geven over maatschappelijke vraagstukken.

 

Twee Twentse specialisten Grandjean en Ozdemir stellen dat de 1,5 metersamenleving onze weerstand aantast. Hun betoog komt neer op een aaneenschakeling van aannames:

1. Mensen zijn bang

2. Dit is onnodig

3. Het komt door de voorlichting en de 1.5 meter samenleving

4. Angst en stress verminderen weerstand

5. Die weerstand, ook tegen het virus, kan worden verhoogd door erop uit te gaan, te bewegen en gezond te eten.

6. De maatregelen hebben geleid tot meer ziekte en sterfte onder hartpatiënten.

 

Op de meeste van deze aannames is nogal wat af te dingen, ook op de manier waarop ze onderling zijn gekoppeld.

Ad 1.

Er zijn mensen die bang zijn, maar ook veel mensen die laconiek, onverschillig of zelfs tegendraads zijn. Zie de berichten over te drukke stranden, winkelcentra en natuurgebieden waar mensen samendrommen en de 1.5 meter regel met voeten treden. Wie de regels wèl volgt, lijkt dat eerder te doen op basis van overtuiging dan op grond van angst. Wie voorzichtig doet, is niet persé bang. Met een breed-maatschappelijk ervaren angst lijkt het dus wel mee te vallen. Maar dat er angstige mensen zijn, valt natuurlijk niet te ontkennen.

Ad 2.

Het is nogal bijzonder dat de twee specialisten stellen dat de angst voor Covid-19 onnodig is. Corona leidt volgens hen helemaal niet tot buitensporig veel slachtoffers. De vraag is wat buitensporig is en wat je slachtoffers noemt. Laten we de cijfers nog eens noemen.

Ondanks alle maatregelen zijn er 5700 mensen overleden aan Corona (RIVM, medio mei 2020). Volgens het RIVM zouden, zonder de maatregelen, vele duizenden mensen meer zijn overleden. Tellen we hierbij de ernstig en langdurig zieke patiënten, de lange, moeizame revalidatie die velen van hen moeten ondergaan en de blijvende gevolgen die sommigen ondervinden, dan is het opmerkelijk dat de twee medici hier luchtig over doen.

Het CBS geeft aan dat er sprake is van een oversterfte in Corona-tijd van 9000 mensen in 9 weken (CBS, 15-05-2020). De oversterfte van 1000 per week is meer dan de 900 doden per week als gevolg van kanker en de 720 doden als gevolg van hart- en vaatziekten. Er zijn 11.500 ziekenhuisopnames en ruim 44.000 geteste zieken. Het werkelijk aantal zieken ligt veel hoger. Dit lijken ons geen aantallen om schouderophalend op te reageren. Wat ons betreft mogen ze, ook vanwege de ellende die ermee gepaard gaat, in de categorie ‘buitensporig’ vallen.

Ad 3.

Àls mensen bang zijn, is dat dan het gevolg van de voorlichting en de maatregelen, zoals beide artsen menen, of komt het door het virus en zijn consequenties? Dit laatste is het meest waarschijnlijk. De praktijk wijst uit dat mensen die Corona krijgen of in hun directe omgeving Corona-patiënten meemaken evenzeer angst en stress ervaren.

Overigens is het aannemelijk dat mensen de angst vanwege voorlichting en maatregelen prefereren boven de angst voor een onbekend, mysterieus, maar prominent aanwezig gevaar.

Ad 4.

Mensen kunnen juist banger worden wanneer de overheid geen maatregelen neemt en niet voorlicht. Kijk naar de situatie in Brazilië waar Bolsonaro angst zaait onder de bevolking door het bagatelliseren van het virus en het bieden van misleidende informatie. Massale protesten (angst en woede?) zijn het gevolg. Bovendien: als en in de mate dat sprake is van angst, neemt die niet juist af door informatie over de effectiviteit van het huidige beleid? Is de 1.5 meter maatregel niet juist angstreducerend omdat die de mensen de mogelijkheid biedt zèlf iets tegen het virus te doen in plaats van volledig afhankelijk te zijn van interventies van anderen?

Ad 5.

Met hun oproep om erop uit te gaan, meer te bewegen en gezond te eten, zijn de twee artsen op de goede weg (alhoewel niet echt vernieuwend), maar niet als ze suggereren dat dit kan zonder die 1.5 meter. Want in dat geval horen ze thuis in het rijtje van Bolsonaro, Trump, Johnson en Loekasjenko van twee maanden geleden. De grootste realisten onder hen moesten overigens later op hun beweringen terugkomen en toegeven dat ze het virus hadden onderschat.

Ad 6.

De specialisten geven aan dat de maatregelen hebben geleid tot meer ziekte en sterfte onder hartpatiënten. Onduidelijk is waarom ze exclusief wijzen op hartpatiënten. Ook voor andere patiënten of mensen met een zwakke gezondheid geldt dat de Coronatijd extra belastend is. Al deze patiënten vragen nu extra medische aandacht.

Ook is onduidelijk waarom ze zich met name richten op de maatregelen. Toegegeven, maatregelen tegen het virus hebben ongewenste bijverschijnselen – het lijken wel medicijnen. Bij de maatregelen zijn de bijverschijnselen angst en stress. Maar zolang het negatieve effect hiervan kleiner is dan het positieve effect van de bestrijding, zou het onverstandig zijn met de maatregelen te stoppen.

Dat angst en stress weerstand verminderen, wagen wij niet te betwijfelen. Ook niet dat stress medische problemen kan veroorzaken en dat de kwaliteit van leven van kwetsbare mensen wordt aangetast als zij worden ‘opgesloten’. Maar hebben de Twentse artsen ook nagedacht over de angst en stress die ontstaat als het virus explodeert omdat de maatregelen te vroeg worden opgeheven? Hoeveel stress zou er zijn als beleidsmakers en zorgbestuurders laconiek met het virus zouden omgaan en het aantal besmettingen en doden stijgt tot een veelvoud van het huidige? Het is, ook beleidsmatig, belangrijk te beseffen dat de angst en stress uiteindelijk worden veroorzaakt door het virus, en niet primair door de maatregelen die er het gevolg van zijn. Bestrijd dus het virus, niet de maatregelen die het virus bestrijden.

 

Na deze zes punten dringt de conclusie zich op dat beide specialisten zich ongefundeerde, medisch risicovolle en dus verwerpelijke uitspraken veroorloven.

 

Grandjean en Ozdemir ondersteunen hun argumentatie met de relativerend bedoelde constatering dat van de besmette mensen slechts een heel klein percentage overlijdt. Maar sinds wanneer is het percentage overledenen een medisch criterium? Bij welk percentage wordt een ziekte pas medisch interessant? Mag een zieke pas een patiënt worden als er veel meer vergelijkbare zieken zijn? Wij hebben altijd begrepen dat artsen gaan over individuele patiënten, niet over percentages.

 

De opvatting van deze specialisten wordt pas echt huiveringwekkend met de volgende uitspraak: (verwijzend naar de Corona-slachtoffers) ‘Het zijn bovendien hoofdzakelijk ouderen, mensen met veel overgewicht en patiënten die meer onder de leden hebben en de dood hoort nu eenmaal bij het leven’. Deze uitspraak suggereert dat er tweederangs patiënten zijn waarvan de dood maar (schouderophalend?) moet worden geaccepteerd. De uitspraak is niet alleen strijdig met de artseneed, maar elimineert bovendien een groot deel van de medische zorg uit onze samenleving. Deze artsen schijnen geen rekening te willen houden met afwijkingen van de gezondheidsnorm: ben je oud, te dik of ziek? Dan ga je maar dood. Ook wij kunnen niet anders dan constateren dat de dood bij het leven hoort, maar waken ervoor de dood als een logisch en gemakkelijk alternatief voor het leven te zien – ook ‘als maar een klein percentage overlijdt’. Volgens ons is het de kernfunctie van de medische zorg beide uit elkaar te houden en de dood, voor elke patiënt, zoveel mogelijk naar achteren te schuiven in de tijd. Zie de extreme inspanningen van de zorg op de Corona-IC’s voor een positief voorbeeld. 

Als we de redenering van deze twee dokters aanhouden worden vroegsignalering en medische zorg wel heel betrekkelijk. Van een ongunstige diagnose krijg je alleen maar stress en de mensen die sterven zijn waarschijnlijk toch al zwak, dik en oud. Was de gezondheidszorg niet juist gericht op de gezondheid van kwetsbare mensen?!

 

Het Corona-beleid is volgens Grandjean en Ozdemir te veel op aannames en onzekerheden gebaseerd. Maar welke dat dan zijn, specificeren ze niet. Wat erger is: ze bezondigen zich er zelf aan (zie de eerder vermelde punten). Ondertussen kunnen we constateren dat het gevolgde beleid wel in zoverre effectief is dat het aantal besmettingen, ziekenhuisopnames en Corona-doden systematisch wordt teruggedrongen. Grandjean en Ozdemir klagen dat is voorbijgegaan aan allerlei sociaal-maatschappelijke en economische gevolgen. Maar als artsen bijna luchthartig constateren dat de dood nu eenmaal bij het leven hoort, is het veiliger dat zij dat soort gevolgen niet in hun professionele overwegingen betrekken. Ook medici moeten misschien gewoon bij hun leest blijven.

Het artikel van Timmer en Baard meldt dat beide specialisten goed hebben nagedacht over het naar buiten treden met hun boodschap. Dit maakt de inhoud extra verontrustend. We hadden liever gezien dat hun boodschap het resultaat was van een impulsieve opwelling, per ongeluk terechtgekomen in de pers. Nu kunnen we hen alleen vragen nòg langer na te denken en er ook de tekst van de artseneed nog eens op na te slaan. 

 

Theo Poiesz en Jo Caris

Auteurs van Visies op Zorg

 



Naar homepage




Nooit meer burn-out

Ontwerp voor digitale transformaties van (zorg)organisaties

De patient terug van weggeweest